Het diagnostisch rekengesprek

Het diagnostisch rekengesprek is een belangrijk onderdeel van de begeleiding van leerlingen met rekenproblemen. Hiermee verkrijgt de SEN Specialist inzicht in het type rekenproblemen van de leerling. In dit artikel wordt een voorbeeld omschreven van een diagnostisch rekengesprek.

Het afnemen van een diagnostisch rekengesprek is vaak het moeilijkste onderdeel van het didactisch onderzoek. Om de instructie tijdens de remedial teaching rekenen aan te passen op de onderwijsbehoeften van de leerling, moet je als remedial teacher zicht hebben op het denkproces en op de beheersing van de (deel) vaardigheden die nodig zijn voor het oplossen van een rekenvraagstuk. Tijdens het diagnostisch rekengesprek staan de denk- en rekenwijze van de leerling centraal.

Wat is een diagnostisch rekengesprek?

Handelingsmodel
Tijdens het diagnostisch rekengesprek wordt vastgesteld wat kinderen kennen en kunnen. Zowel goede als foute antwoorden kunnen op verschillende handelingen zijn gebaseerd. Het handelingsmodel (protocol rekenen-wiskundeproblemen & dyscalculie) is een handig hulpmiddel voor het analyseren van de fouten van de leerling.

Alle handelingen kunnen tot een goed antwoord leiden maar de kwaliteit en het niveau van de handelingen tussen leerlingen kunnen enorm verschillen. Sommige handelingen zullen kinderen op mentaal niveau uitvoeren anderen handelingen op bijvoorbeeld materieel niveau. Door op een systematische manier aandacht te besteden aan het handelen van kinderen kun je de verschillen tussen kinderen zichtbaar maken.

Tips voor het diagnostisch rekengesprek

Een handige methode voor de afname van een diagnostisch rekengesprek is de methode van Cito. Cito heeft twee uitgebreide methodes voor de afname van een diagnostisch rekengesprek in de middenbouw en bovenbouw. Voor de kleuters is de Utrechtse getalbegrip toets een aanrader. Maar het allerliefst gebruikt de SEN Specialist tijdens de eerste sessie de onderstaande testen:
SVT rekenen-wiskunde
Diagnostisch rekengesprek van de methode Rekensprint

Rekenvaardigheden analyseren

Een diagnostisch rekengesprek is opgebouwd op basis van een taakanalyse. Een taakanalyse beschrijft wat iemand in termen van handelingen en of cognitieve processen achterelkaar behoort te doen om zijn taak succesvol uit te voeren. Denk maar eens aan leren auto rijden. Welke taken komen hierbij kijken?

Elke vaardigheid kun je opdelen in onderdelen. Deze onderdelen vormen de de concrete afzonderlijke stappen die nodig zijn om de vaardigheid aan leren en uit te voeren.

Opbouw diagnostisch rekengesprek

Afbeelding_ijsbergmodel Vorm jezelf eerst een beeld van de volgorde waarin een kind de verschillende stappen van een vaardigheid het beste kan aanleren. De eerste stap die moet worden genomen is het verdelen van de rekenopgave in deelvaardigheden. Zie als voorbeeld het “ijsbergmodel”. Hierin worden de deelvaardigheden van het uitrekenen van een rekensom uitgesplitst.

Je vraagt jezelf dus af welke subopgaven moet een leerling kennen om deze rekenopdracht op te kunnen lossen. Daarna leg je een leerling de moeilijkste opgave voor. Zorg dat je vooraf weet wat de criteria zijn om te beoordelen of een leerling een opgave beheerst of niet beheerst. Ook probeer je te achterhalen welke strategie de leerling toepast. Deze strategie beoordeel je in relatie met de gewenste oplossingsstrategiëen die passen bij het leerjaar van de leerling.

Handige observatie technieken

De Kwantiwijzer voor leerkrachten (Van der Berg et al, 1992) en van Luit (2002) beschrijven de onderstaande technieken die helpen bij het in kaart brengen van het handelen van de leerling.

    Observeren

  • Observeren van taakaanpak (oriënteren en controle, onthouden van tussenstappen) en materiaalgebruik (bijvoorbeeld rekenrek, vingers of kralensnoer).
  • Bevragen

  • Bevragen van het denkproces. Dat wil zeggen het hardop verwoorden van de rekenstappen tijdens het maken van de opgave of achter verwoorden van het denkproces.
  • Bespiegelen

  • Bespiegelen op gemaakte opgaven. Dat wil zeggen welke opgave was het moeilijkst of makkelijkst, wat is een prettige strategie.

Het bieden van hulp mag

Naast de bovenstaande technieken mag je tijdens het diagnostisch rekengesprek hulp bieden als een kind vast loopt. Het bieden van hulp geeft namelijk veel informatie over de instuctiebehoefte van het kind. De mate waarin je hulp biedt hangt af van het kind.

Door de hulp stapsgewijs aan te bieden kun je precies in kaart brengen welke type rekenhulp een kind nodig heeft om een bepaalde rekenopgave op te lossen. Hoe help je de leerling wanneer je ziet dat hij moeite heeft met een opdracht? Probeer dan eens het volgende:

  • Lukt het de leerling wel wanneer ik een vergelijkbare opgave aanbied met iets makkelijkere getallen.
  • Kan het kind vervolgens ook de oorspronkelijke opgave oplossen omdat het nu weet welke stappen het moet nemen?
  • Lukt het de leerling wanneer ik visualiseer met behulp van een geschikt model of geschikt materiaal?
  • Lukt het de leerling wanneer je samen met het kind mogelijke strategieën bespreekt en je samen afspreekt welke voor hem geschikt is.
  • Lukt het de leerling wanneer je precies voordoet hoe het kind deze opgave moet aanpakken: wanneer je dus een rekenstrategie aanleert.
Door: Marjolijn Wijnants

De leerontwikkeling van jouw kind is mijn passie! Het vergroten van ouderbetrokkenheid bij het onderwijs is mijn missie. Daarom informeer ik ouders via de weblog over het “reilen en zeilen” op school.

Geef je reactie 0 reacties